Berkenzwam - Piptoporus betulinus
Beschrijving
Vruchtlichaam
éénjarig, vlak kussen- tot console- of waaiervormig, zijdelings
aangehecht. Hoed 5-30 x 5-20 cm, 2-5 cm dik. Bovenzijde glad, crèmewit
tot oker- of grijsbruin, met een ingerolde rand.
Buisjes 4-8 mm lang, crèmewit. Poriën 3-4 per mm, rond tot hoekig, wit tot crèmewit. Vlees kurkachtig, zacht, wit. Geur aangenaam.
Voorkomen
Op stammen en dikke takken van levende en dode berken. Zomer-herfst.
Parasitair, (Saprofiet).
Status
Algemeen.
Extra informatie
De
Engelse mycoloog Cartwright was een van degenen, die gedroogde
Berkenzwammen gebruikte als vloeiblok voor met ganzenveer en inkt
geschreven dokumenten. Smeulend in de imkerspijp diende de van
Berkenzwammen afkomstige "valse tondel" voor de bedwelming van bijen. De
verkoolde stukjes en de as werden als bloedstelpend en desinfecterend
middel toegepast en, met fijn zand vermengd, op een scheerriem gebruikt.
Enkele jaren geleden zijn Berkenzwammen aangetroffen aan een touw om
het middel van de in het gletsjerijs gevonden man uit het Ötzdal, die
ongeveer 5000 jaar gelden leefde in de Alpen.